Een andere kijk op gedragsproblemen bij kinderen
3/22/2015 Hoog percentage kinderen nog gevoeliger dan de andere beelddenkers. Laatst las ik een artikel over Hoog Sensitieve Kinderen. Dat wil ik jullie niet onthouden. Het meest verbaasde me het percentage. Tot nu toe zijn we uitgegaan van 5% beelddenkers. Echter als je het over hoog sensitieve kinderen hebt, dan ligt het percentage veel hoger en wel op 20%. Dan praten we alleen nog maar over de geteste kinderen. Toch zijn deze kinderen ook beelddenkers. Als we het over beelddenkers, dan praten we dus over een veel hoger aantal. Niet elk kind hoeft er last van te hebben natuurlijk. En als we het over de kinderen van groep 1 en 2 hebben van de basisschool, dan zijn het er nog veel meer. Die mogen we echter niet in zijn geheel meetellen, omdat die kinderen hun voorkeurshelft van de hersenenen nog aan het ontwikkelen zijn. Dat kan nog alle kanten op. Wat de hoog sensitieve kinderen van de andere beelddenkers onderscheidt is toch wel hun gevoel. Hoog sensitieve kinderen zijn kinderen die de wereld om hun heen ervaren, organiseren en integreren op basis van hun gevoel en hun handelen daarop afstemmen. Omdat deze kinderen een sterker ontwikkeld ‘gevoelsinstrument’ hebben, raken zij sneller overweldigd door allerlei prikkels die via de zintuigen worden geregistreerd. Niet alleen vangen zij meer prikkels op, de prikkels komen ook nog eens sterker binnen. Veel van deze prikkels worden door de meeste kinderen niet eens opgemerkt. Doordat de binnenkomende prikkels lastiger verwerkt worden of sommige van deze prikkels te sterk binnen komen, hebben hoog sensitieve kinderen moeite om hun aandacht te focussen en bij de taak te houden. Problemen met concentratie springen dan ook in het oog bij deze kinderen. Dus een hoog sensitief persoon is gevoeliger voor indrukken en neemt subtieler nuances waar dan de gemiddelde persoon. HSP in de maatschappij. Onze maatschappij is overwegend ingesteld op het gebruik van onze cognitieve vaardigheden. Dat wil zeggen: alle handelingen en processen in het lichaam die gericht zijn op het verwerven, onthouden, ontwikkelen en (re)produceren van kennis, ten einde geld te kunnen genereren en zo onze bijdrage aan het economische systeem te leveren. Een samenleving die gericht is op het gebruik van met name de linker hersenhelft. Vanuit deze samenleving komt een eisenpakket naar voren, waaraan wij in onze scholing, opvoeding en sociale omgangsvormen moeten voldoen om goed te kunnen gedijen in de maatschappij. Dit eisenpakket wordt vertaald naar kerndoelen voor het basisonderwijs en vanuit deze kerndoelen worden per leerjaar leerlijnen geformuleerd die het kind aan het eind van dat schooljaar doorlopen moet hebben om een goed ontwikkelingsperspectief te laten zien. Wanneer het kind deze leerlijn niet goed doorloopt, is er sprake van een afwijkend ontwikkelingsperspectief en hebben we te maken met een kind dat extra zorg behoeft binnen het onderwijs. Het kind komt niet met de middenmoot mee en dus moet er iets met het kind aan de hand zijn. Is er ook echt iets met het kind aan de hand? HSP op school. Scholen zijn ingesteld op het overdragen van kennis en deze kennis leren gebruiken op een wijze waarbij het kind vanuit het denken tot inzicht komt en van daaruit leert handelen. Hier kan het bij het hoog sensitieve kind spaak gaan lopen. Het hoog sensitieve kind bevat namelijk eigenschappen, die overwegend aangestuurd worden vanuit de rechter hersenhelft. En de rechter hersenhelft kan niet analyseren, organiseren, plannen en logisch handelen. De rechter hersenhelft is intuïtief, impulsief, emotioneel, creatief, beeldend, ritmisch, handelt op basis van ingevingen en mogelijkheden. Veel van deze eigenschappen staan het kind in de weg om te voldoen aan de eisen die vanuit het huidige onderwijs aan hem gesteld worden. Stilzitten, luisteren, niet voor je beurt praten, op je plek blijven, je aandacht bij de les houden etc. Het zijn allemaal vaardigheden die veel van het hoog sensitieve kind vragen en belemmerend werken, omdat de aandacht continu uitgaat naar impulsen die onderdrukt moeten worden, de impulsen die geïnitieerd worden vanuit de rechter hersenhelft. De impulsen die uitnodigen om gedrag te vertonen, dat in de klas onwenselijk, inadequaat of zelfs als ongepast wordt beschouwd. Gedrag dat een stoorzender vormt voor de leerkracht en/of de andere kinderen in de klas. Daarnaast wordt het kind afgeleid door de indrukken uit de klas: geluiden, sferen, luchtjes, stemmingen en fysieke klachten van andere. Allemaal indrukken die innerlijk een weerslag op het kind hebben. Enerzijds heeft dit kind dus te maken met ongemakken vanuit zijn hoog sensitieve belevenissen en anderzijds moet dit kind functioneren in een onderwijssetting die niet tegemoet komt aan de manier waarop hij het beste tot leren komt. Dit legt een enorme druk op het kind, waardoor het binnen genoemde problematiek ook nog eens met stress moet dealen. Stress van niet gewaardeerd worden, stres van niet goed genoeg zijn, stress van de indrukken die als last ervaren worden. Chronisch stress leidt tot vermoeidheid en vermoeidheid komt het concentratievermogen niet ten goede. Het kind gaat faalangst vertonen, het kind gaat moeilijkheden uit de weg (vermijdingsgedrag), het kind kan zich terugtrekken of het kind kan druk en/of onhandelbaar gedrag vertonen. Allemaal signalen die het kind afgeeft omdat het zich niet begrepen, gezien of gehoord voelt. Dit kind verkeert in nood en heeft hulp nodig. In vrijwel iedere klas zitten één of meer hoogsensitieve kinderen. Toch worden zij over het algemeen niet als zodanig herkend. Uit onderzoek blijkt dat er een kans van slechts 11% is dat bij gedrag van een kind in de klas wordt gedacht aan hooggevoeligheid (LiHSK, 2006) Dus neem tien hoogsensitieve kinderen, verdeeld over tien klassen en slechts bij één kind zal worden onderkend dat het hoogsensitief is. Het begrip ‘hoogsensitief’ (of ‘hooggevoelig’) is relatief nieuw. Amerikaans psycholoog Elaine N. Aron was de eerste die er in 1996 in de V.S. over publiceerde. In Nederland werd het begrip pas in 2002 bekend. De meeste informatie over hoogsensitiviteit is geschreven in een gevoelsmatige of spirituele context, waardoor er weinig praktische binding lijkt te zijn met het onderwijs. Veel leerkrachten associëren het begrip dan ook met zweverigheid of verlegen gedrag ‘waar een kind wel overheen groeit’. Maar hoogsensitiviteit staat voor meer dan alleen een emotionele gevoeligheid. Hoog sensitieve kinderen hebben bijvoorbeeld een leerstrategie die vraagt om een gerichte begeleiding van de leerkracht. Bron: LIHSK (Landelijk Informatiepunt Hoog Sensitieve Kinderen)
0 Reacties
Kinderen die uitvallen op school, dat is een dagelijkse bezigheid voor leerkrachten. Zij zijn de professionals die onze kinderen onderrichten. Wij vertrouwen op hen dat zij onze kinderen het beste geven, dus ook het beste van hen zelf. Ik merk dat scholen er heel verschillend mee omgaan. Gelukkig hoor ik veel geluiden dat kinderen goed geholpen worden, dat men een open oor heeft voor de problemen van kinderen en daarmee ook hun ouders. Men werkt mee en denkt mee om de kinderen zo goed mogelijk te helpen met hun problemen, zoals lezen, rekenen of anders. Toch hoor ik ook helaas geluiden van scholen die het laten liggen. Het is toch een verloren zaak hoor je dan. Hopeloos geval, is niks mee te beginnen, geen beginnen aan, haalt het toch niet meer in. Jammer is het dat leerkrachten nog zo reageren. En dat terwijl er wel degelijk wat aan leerproblemen te doen is. Ook onze kinderen die D of E scoren op de CITO toetsen zijn te helpen. Juist voor hen zijn er methodieken op de markt die hen helpen om beter te worden met leren. Om ook mee te komen in de klas. Ik heb gelukkig al heel wat kinderen mogen helpen om mee te komen in de klas. Wil niet zeggen dat ze er al gelijk zijn, maar ze zijn op de goede weg. Kinderen moeten leren hoe ze hun informatie op de goede manier kunnen verwerken. Niet alle kinderen doen dat op dezelfde manier en ook een leerkracht moet leren om dat verschil binnen een klas op te vangen. Als men denkt dat dat veel tijd kost heeft men het is. Met kleine aanpassingen in de les en de verlengde instructies kun je juist deze kinderen bereiken en helpen. Leerkrachten sta open voor andere methodes om deze kinderen te helpen. Of laat specialisten helpen. Laat je informeren over beelddenkers en hoe ze hun informatie opnemen en verwerken. Daar leer je veel van en krijg je meer begrip. Wil je meer weten over dit onderwerp, kijk dan op onze site of vraag informatie aan. 11/28/2014
Laatst las ik een artikel over zelfvertrouwen bij volwassenen. Hoe belangrijk zelfvertrouwen is en wat voor impact het is. Daar heb ik over nagedacht. Natuurlijk is zelfvertrouwen heel erg belangrijk, maar niet alleen voor volwassenen, zeker ook bij kinderen. Ik moet er niet aan denken hoe zo'n kind zich voelt. Bang, alleen, durft niks, faalangst. Dat zijn de meest kwetsbare kinderen. Als ouder kun je juist je kind helpen om een zelfverzekerde volwassene te worden. Dat begint al bij je baby. Er zijn kleine dingen die je kunt doen die je kind helpen om later meer zelfvertrouwen op te bouwen. Denk maar eens aan het naar beneden gaan van de trap af. Hoe draag je je baby? Meestal met het gezicht naar je toe. Je wilt het beschermen en goed vasthouden. Probeer het eens omgekeerd, draag je kind eens met zijn gezicht van je af. Zo'n kind ziet de trap in een ander perspectief. Het ziet de diepte, is angstig, maar het voelt zich gesteund door de ouder die hem/haar vasthoudt. Als je dit regelmatig doet, zal zo'n kind meer durven als het opgroeit. Een ander voorbeeld is: Leer je kinderen zelf vragen te stellen. Willen ze wat weten, laat ze dan zelf in bijvoorbeeld de winkel hun vraag stellen. Blijf in de buurt om ze te ondersteunen. Deze kinderen leren om zelfstandig te worden, zelf dingen te ondernemen. Het zijn kleine dingen die je kunt doen, maar je moet je er wel bewust van zijn. Positieve kritiek en op zijn tijd complimentjes zijn zeker net zo waardevol. Laat het ook eens complimentjes zijn over wat ze doen en niet altijd over wie ze zijn. Bijvoorbeeld; "Wat ben jij een knappe meid!" Zeg ook eens; "Wat kun jij prachtig tekenen!". Ouders ben je bewust wat voor invloed je woorden op je kinderen hebben en ga er goed mee om, zodat ook jij een zelfbewuster kind krijgt met meer zelfvertrouwen! Informatie is belangrijk11/3/2014
Bewustwording maakt het mogelijk om te veranderen. Ben je je nergens van bewust, dan zal er dus ook niks veranderen. Als we ons dat bewust zijn, dan zijn we al een eind. We zullen ons dan ook bewust zijn hoe belangrijk informatie is. Als we iets willen weten zoeken we het op. Daar zijn veel mogelijkheden voor, bijvoorbeeld internet, vragen aan iemand, opzoeken in een encyclopedie, folders, boeken, tijdschriften, noem maar op. Als we onze informatie maar kunnen vinden. Waarom is informatie dan zo belangrijk? Informatie is kennis. Als je kennis hebt, zou je dingen anders kunnen aanpakken dan voorheen. Misschien maakt het je leven wel makkelijker. Informatie verwerken is dus heel belangrijk. En dat doen we allemaal op een verschillende manier. De een denkt in woorden, de ander let meer op zijn gevoel en de ander denkt in beelden. Alles heeft te maken met hoe we informatie verwerken. Informatie nemen we op, dan verwerken we het. We slaan het op oftewel onthouden het en dan gebruiken we het. Er is echter een verschil in informatie opnemen tussen woorddenkers en beelddenkers. Dat verschil veroorzaakt in sommige gevallen leerproblemen. Onze methodes op school zijn gemaakt voor de woorddenkers. Maar beelddenkers denken nu eenmaal niet in woorden, maar in beelden en daar gaat het vaak mis. Kinderen begrijpen het niet en voilà de leerproblemen zijn ontstaan. Leerkrachten en ouders weten niet waar het probleem zit. Ze weten te weinig van beelddenkers af of hebben er zelfs nog nooit van gehoord. Dat maakt dus informatie zo belangrijk, want als ze weten hoe beelddenkers de informatie opnemen en verwerken, dan kunnen leerkrachten en ouders deze kinderen ook beter begeleiden en hoeven er geen leerproblemen te zijn. De oplossing hoeft niet moeilijk te zijn en deze kinderen zijn heel goed te helpen. Maar ja, je moet wel beschikken over die informatie. DoenCoach wilt u graag hierover informeren. Vraag meer informatie aan: info@doencoach.nl of bel 06 18 31 97 97 Het beelddenkend kind11/2/2014
We hebben al van alles voorbij zien komen. Van kinderen met leerproblemen tot hoogbegaafde kinderen, kinderen met gedragsproblemen en nog veel meer. Tegenwoordig horen we steeds vaker: "mijn kind is een beelddenker". Wat is een beelddenker dan? Waarom is die anders? Is zo'n kind wel anders? Hoe zit dat dan? Hoe moet ik dan omgaan met zo'n kind? Allemaal vragen waarop duidelijke antwoorden zijn. Doordat er steeds meer informatie over deze groep kinderen komt, wordt het steeds duidelijker wat er aan de hand is. Niet alleen ouders worden het zich bewust dat ze een beelddenkend hebben, maar ook scholen staan er steeds meer voor open. We moeten wel voor ogen houden dat er niks mis is met deze kinderen. Ze zijn niet dom of stom! Deze kinderen nemen alleen de informatie anders op dan andere kinderen. En het mooie eraan is, dat die kinderen ook geholpen kunnen worden om daarmee om te leren gaan. Niet alleen de kinderen moeten we helpen, nee, ook de ouders, leerkrachten, opvoeders en iedereen die ermee te maken heeft. Belangrijk hierin is de informatie. Ouders, leerkrachten en iedereen die belangstelling hiervoor heeft, moet geïnformeerd worden. Hoe meer informatie, hoe meer je weet hoe het in elkaar zit, hoe beter je die kinderen (en ook volwassenen) kunt begrijpen en helpen. DoenCoach geeft niet alleen presentaties op scholen, maar ook aan huis. Hoe beter men geïnformeerd is, hoe beter men zijn kind kan helpen en begeleiden. Wie interesse heeft om ook een presentatie aan huis te krijgen, kan zich opgeven. Bellen is sneller: 06 18 31 97 97. Mailen kan natuurlijk ook: info@doencoach.nl of doencoach@gmail.com. |
AuthorWrite something about yourself. No need to be fancy, just an overview. Archives
Februari 2016
Categories |